'Bijscholing hoger opgeleide technici moet verplicht worden'

Even beginnen bij het begin: waarom liet NexTecH een onderzoek uitvoeren naar technisch onderwijs in Nederland?

André: “Dit jaar bestaat NexTecH honderd jaar. In 1918 richtte de familie Stroop van de Dordtsche Petroleum Maatschappij en de voormalige HTS het fonds op. Lange tijd werd het het Industriefonds genoemd. In 2011 is deze naam veranderd in NexTecH. Ons doel is in regio Zuid-Holland Zuid het technologische onderwijs stimuleren en technische hoger opgeleiden behouden. Om dit te realiseren stellen we jaarlijks financiële middelen beschikbaar voor alle technologische bedrijven in de regio Zuid-Holland Zuid en bieden we beurzen aan gemotiveerde jongeren die een technische studie willen volgen. Desondanks blijft bijscholing van hoger opgeleide technici en middelbare scholieren enthousiast maken voor technische studies een uitdaging. Wij wilden graag weten hoe dit zit in andere landen en of we daarvan kunnen leren. Daarom voerden we in samenwerking met het SEOR, een onafhankelijk onderzoeksbureau gelieerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, een onderzoek uit.”

“In het onderzoek stond het toenemende belang van een leven lang leren voor hoger opgeleide technici."

Wat zijn de opvallendste conclusies?

“In het onderzoek stond het toenemende belang van een leven lang leren voor hoger opgeleide technici en de noodzaak om dit te stimuleren en faciliteren centraal. Twee zaken vallen mij vooral op:

1. Bijscholing wordt steeds belangrijker
   De technologische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Hierdoor is continue bijscholing van technisch opgeleiden een must. Alleen op die manier kunnen technici hun kennis up-to-date houden en kunnen bedrijven blijven innoveren. In Nederland is geen goed systeem als het gaat om bijscholing van technici. In tegenstelling tot bij huisartsen en makelaars zijn bijscholingscursussen bijvoorbeeld niet verplicht. Over de grens is dit soms wel het geval, zoals in Engeland.
2. Scholingsbereidheid moet gestimuleerd worden
   In Nederland zijn verschillende financiële middelen beschikbaar voor technici en scholieren die een technische studie willen volgen. Uit het onderzoek blijkt dat daar nog lang niet altijd gebruik van wordt gemaakt. Hier ligt een kans voor bedrijven, onderwijsinstellingen en beroepsverenigingen. Door de handen ineen te slaan kunnen zij technische studies en bijscholing meer promoten. Ook kunnen zij samen lespakketten ontwikkelen die aantrekkelijker zijn én beter aansluiten bij de praktijk.”

Welke rol kan de overheid spelen voor het verbeteren van technisch onderwijs?

“Als het gaat om bijscholing mag de overheid meer druk uitoefenen. Wat mij betreft moet deelnemen aan bijscholingscursussen voor hoger opgeleide technici verplicht worden. Houd je je kennis niet bij? Dan raak je je registratie kwijt. Daarnaast mag de overheid het ontwikkelen van studies en cursussen meer aan onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven overlaten. Op dit moment moeten studies en cursussen voldoen aan veel wet- en regelgeving. Dit werkt vertragend en beperkend. Dat is zonde, want bedrijven en onderwijsinstellingen weten samen heel goed wat nodig en kunnen de kwaliteit prima waarborgen.”

Je noemt flink wat uitdagingen. Hoe draag jij in 2019 bij aan technisch onderwijs?

“Om te beginnen blijf ik bestuurslid van NexTecH. Vanuit die rol ga ik kijken naar hoe we ons netwerk kunnen uitbreiden. Zo willen we technici die we in het verleden sponsorden bij elkaar brengen zodat zij meer en vaker kennis met elkaar kunnen uitwisselen. Ook blijven we doorgaan met de studiebeurzen voor jongeren en zetten we in samenwerking met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen nieuwe cursussen op. Verder wil ik álle technici stimuleren om te blijven ontwikkelen door middel van opleidingen en cursussen. Ik realiseer mij dat dit tijd en inspanning vraagt. Maar het levert veel voordeel op, zowel voor henzelf als voor de technologische industrie.” 

Lees meer over KROHNE Nederland