arrow btn arrow right arrow left chevron chevron mouse pulser checkmark date calendar calendar

“Doe mee: samen kunnen we de energietransitie versnellen”

1 november 2021
Regio Noord

Nederland moet in véél hoger tempo verduurzamen, was de consensus na publicatie van het meest recente, ontnuchterende IPCC-rapport. Het goede nieuws: dat kán. “De technologie ervoor is gewoon beschikbaar. Er zijn tal van slimme, bewezen innovaties. De vraag is hoe je ze snel en grootschalig kunt uitrollen. Juist op dat punt willen we vanuit FME mét onze lidbedrijven een doorbraak helpen bereiken.”

Een interview met Hans van der Spek en Aafke Mak, beiden Programmamanager Energie, Duurzaamheid & Circulariteit

Klimaatverandering gaat veel harder dan we denken en Nederland ligt bij lange na niet op koers om de doelstellingen voor 2030 te halen. Die ondertussen alweer moeten worden aangescherpt. Het IPCC-rapport en de consequenties ervan voor Nederland kwamen hard aan. Ook bij Hans van der Spek en Aafke Mak, die bij FME het programma coördineren rondom energie, duurzaamheid en circulariteit.

Focus op oplossingen

Hans: “Ik was zelf wel een paar dagen van de leg, eerlijk gezegd. En merkte dat ook bij veel anderen die zich al jaren inzetten om verduurzaming te versnellen.” Aafke: “Niet dat die conclusies helemaal uit de lucht kwamen vallen. Maar ik proef bij veel mensen om mij heen – ook buiten het werk – frustratie. De maatschappelijke roep om meer duurzaamheid is zo groot, en we hebben vanuit de technologische industrie zóveel mooie oplossingen klaarliggen. Waarom wil het nou niet lukken vaart te maken?” Toch heeft inmiddels optimisme weer de overhand gekregen. Hans: “Deels omdat ik zo in elkaar zit, maar er is ook concrete reden toe. De technologie is er, en is vaak ook al betaalbaar. Het enige dat je strikt genomen nodig hebt, is daadkracht. Focussen op oplossingen met de meeste potentie en gewoon van start gaan.” Aafke: “Niet alleen problemen kunnen exponentieel groeien, dat geldt óók voor oplossingen. Een goede technologische innovatie kan snel een hoge vlucht nemen als je de juiste partijen aan boord hebt en slimme vormen van samenwerking weet neer te zetten. Ik zou daarom tegen élk bedrijf willen zeggen: doe mee, samen kunnen we meer impact realiseren.” 

De tijd is er rijp voor want het draagvlak voor snellere verduurzaming groeit. Hans: “Bij een brede groep, maar zeker bij jongeren. Als ik met mensen van Aafkes generatie praat, word ik echt enthousiast. Bij bedrijven groeit daarnaast het besef dat ze alleen toekomst hebben met een duurzaam businessmodel. En beleggers hebben die stap ook allang gezet. Zet de ontwikkeling van aandelenkoersen van ‘fossiele’ en ‘duurzame’ bedrijven maar eens tegen elkaar af.”

“Niet alleen problemen kunnen exponentieel groeien, dat geldt óók voor oplossingen"

Hans en Aafke
Programmamanagers Hans en Aafke

Kansen en opgaven bij elkaar brengen

Het FME-programma Energie, Duurzaamheid en Circulariteit is erop gericht dat momentum op gang te houden en in resultaten om te zetten. Aafke: “We vertegenwoordigen 2.200 bedrijven in de technologische industrie, waaronder honderden leveranciers van duurzame technologie én grootverbruikers van energie en grondstoffen. Die brengen we bij elkaar, in wisselende combinaties en met partners uit wetenschappelijke hoek, de overheid en de financiële sector. Zo brengen we kansen en opgaven bij elkaar, laten we zien wat er mogelijk is en kunnen we samen voor een doorbraak zorgen.”

Concrete voorbeelden zijn innovatieprogramma’s rond CO2-neutrale scheepvaart in het Waddengebied en een fieldlab voor elektrificatie van industriële processen in Rotterdam. Hans: “Op deze én andere terreinen valt veel winst te behalen én bieden we als FME echt meerwaarde. Om impact te hebben, moet je je focussen. Dat hebben wij gedaan. We kiezen bewust voor de domeinen industrie, energie-infrastructuur en gebouwde omgeving. Daar ligt onze kennis, daar zit ons netwerk en hebben we een sterke reputatie als verbinder en initiator.”

Eindgebruikers bij innovatie betrekken

Dat samenspel is belangrijk omdat zoals gezegd de uitdaging niet zozeer bij de technologie ligt, eerder bij het besluitvormingsproces eromheen. En daarin speelt geld uiteraard een belangrijke rol. “We moeten niet doen alsof verduurzaming ons als maatschappij niks gaat kosten. Weliswaar zijn er heel interessante businesscases te bedenken, maar investeringsbudgetten zijn doorgaans beperkt en gericht op een heel snelle terugverdientijd. In de gebouwde omgeving is ook vaak onduidelijk wie nu daadwerkelijk beter wordt van de mogelijke besparingen.”

Daarnaast kunnen ideeën soms vastlopen op heel pragmatische overwegingen. “Hoe mooi een nieuwe technologie ook is, een industriële gebruiker zal zó tien redenen kunnen opsommen om er toch niet in te investeren. Misschien vanwege onzekerheid over de impact ervan op de bedrijfscontinuïteit, of het idee afhankelijk te worden van infrastructuur en ketens die nog moeten worden opgezet. Allemaal valide argumenten. Wil je een innovatie door die discussie loodsen, dan moet je eindgebruikers in een veel eerder stadium bij innovatie betrekken.”

"De politiek moet nu opstaan en fundamentele keuzes durven maken"

Broodnodige versnelling

Wat dat kan opleveren, blijkt uit het door FME geïnitieerde Project 6-25. Daarin werken technologiebedrijven, industriële dienstverleners en eindgebruikers aan implementatie van bewezen technologie, met als doel om al in 2025 6 Mton CO2 per jaar te besparen: meer dan een derde van de totale opgave voor de industrie in 2030. “Wat we daar doen, is aan de ene kant innovatie veel specifieker maken: toegesneden op de uitdagingen van bepaalde groepen eindgebruikers. En vervolgens zoeken we de partijen bij elkaar die daarvoor nodig zijn. Niet alleen leveranciers, maar ook andere ketenpartners, waaronder financiële partijen die kunnen helpen een aantrekkelijke businesscase met snelle terugverdientijden te ontwikkelen.”

Die aanpak biedt voldoende aanknopingspunten om alsnog de broodnodige versnelling te realiseren. Met de aantekening dat we tegelijkertijd helder politiek leiderschap nodig hebben. Aafke: “Het IPCC-rapport zou wel eens een kantelpunt kunnen zijn. We zijn in Nederland aan polderen gewend, maar het moet anders, sneller, doortastender. De politiek moet nu opstaan en fundamentele keuzes durven maken. Er is meer draagvlak voor dan ooit. En dat het kan, heeft Nederland in het verleden ook laten zien. Kijk naar elektrische laadinfrastructuur. Daarin is grootschalig geïnvesteerd vóórdat de vraag er was, en daar plukken we als land nu de vruchten van.”

Inloggen in MijnFME

Exclusief voor leden
Sluiten