FME-reactie op voorstel Europese Commissie om staalindustrie te beschermen

7 oktober 2025
Staal

FME verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie om de Europese staalindustrie beter te beschermen. De huidige situatie op de wereldmarkt is onhoudbaar. In 2024 bedroeg de overcapaciteit op de wereldwijde staalmarkt al 602 miljoen ton – een volume dat volgens de OESO in 2027 zal oplopen tot 721 miljoen ton. Deze structurele overproductie leidt tot kunstmatig lage prijzen en oneerlijke concurrentie door staatsgesteunde productie buiten de EU.

Bestaande Europese vrijwaringsmaatregelen laten bovendien ruimte voor omzeiling. Via doorvoerconstructies weten niet-EU-exporteurs alsnog de Europese markt te betreden en ontwijken ze bestaande heffingen. Dat ondermijnt niet alleen de concurrentiepositie van Europese staalproducenten, maar ook de inspanningen op het gebied van verduurzaming, circulariteit en innovatie. In het licht van de strategische waarde van de sector – als ruggengraat van brede industriële ecosystemen – is het noodzakelijk het gelijke speelveld te herstellen.

Markt beschermen tegen oneerlijke concurrentie

“De Europese staalindustrie is van strategisch belang voor onze welvaart, veiligheid en de verduurzaming van onze economie,” zegt Theo Henrar, voorzitter van FME. “Als we willen investeren in een groene, concurrerende industrie, dan moeten we onze markt beschermen tegen oneerlijke concurrentie en overcapaciteit. Dit voorstel van de Europese Commissie is een noodzakelijke stap in de goede richting.”

FME waardeert dat de Commissie inzet op WTO-conformiteit en kiest voor een gerichte, evenwichtige aanpak via productspecifieke tariefcontingenten (TRQ’s), in plaats van generieke of protectionistische maatregelen zoals in de VS. Juist in een tijd van druk op het multilaterale handelsstelsel is het essentieel dat de EU zich blijft profileren als kampioen van eerlijke, op regels gebaseerde wereldhandel.

Internationale samenwerking

FME steunt ook de inzet op internationale samenwerking om de wereldwijde overcapaciteit terug te dringen. Daarnaast is het positief dat de Commissie overweegt aanvullende beschermingsmaatregelen voor staalintensieve producten te nemen, maar vindt FME dat de Europese Commissie hier sneller moet kijken dan naar de voorgestelde twee jaar in verband met risico's op omzeiling. Dit is bijvoorbeeld hard nodig voor fundaties in de offshore windindustrie. Wel moet de Europese Commissie case-by-case beoordelen of maatregelen gerechtvaardigd en proportioneel zijn. 

Tot slot benadrukt FME dat de uiteindelijke wetgeving in lijn moet zijn met de ‘simplification agenda’ van de Europese Commissie. Administratieve lasten voor mkb-bedrijven of importeurs moet de EU zoveel mogelijk beperken. Dat vraagt om een werkbare ‘melted and poured rule’, met uitzonderingen voor kleine importzendingen, en voldoende ruime quota’s voor producten die niet of onvoldoende beschikbaar zijn op de Europese markt – zoals roestvast staal. 

In aanvulling op dit voorstel van de Europese Commissie vindt FME overigens ook dat er een slagvaardiger handelsdefensief instrumentarium moet komen. De maximale tijdsduur die de EU heeft om voorlopige antidumping- en antisubsidiemaatregelen op te leggen is nog te lang, en een kortere reactietijd zou de negatieve gevolgen van marktverstoringen verzachten voor bedrijven.

FME zal het wetsvoorstel de komende periode samen met haar leden grondig analyseren, en roept de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad op om het wetgevingstraject voortvarend af te ronden, met als doel om de nieuwe regels uiterlijk in het eerste kwartaal van 2026 in werking te laten treden.

Sluiten