Kabinet, pak door met de nationale investeringsbank

18 juli 2025
Theo Henrar

Het kabinet wil een nationale investeringsbank. Dat is goed voor economie en bedrijfsleven. Kies daarbij wel de juiste governance en een passend mandaat, stelt een aantal topbestuurders, onder wie Neelie Kroes en Peter Wennink.

Door Theo Henrar, Hans van Ierland, Jeroen Kremers, Neelie Kroes, Cees Oudshoorn en Peter Wennink

Begin juli publiceerde het demissionaire kabinet het voornemen voor een nationale investeringsbank. Daarvoor pleitten wij, samen met zo’n 60 personen uit bedrijfsleven, overheid en wetenschap, al eerder. Het is urgent. Enorme overschotten aan kapitaal moeten worden ingezet voor investeringen in grote transities. Andere landen staan niet stil, onze concurrentiepositie is in het geding, onze economie en banen staan onder druk en onze veiligheid wordt bedreigd. In de Tweede Kamer is brede steun voor zo’n nationale investeringsbank.

De komende maanden gaat minister van Financiën Eelco Heinen het plan uitwerken. Dat juichen wij toe. Implementatie van dit initiatief zal investeringen mogelijk maken die van groot belang zijn voor het Nederlandse bedrijfsleven, voor de economie en daarmee ook voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën zoals het IMF onlangs terecht memoreerde.

Afgebakend werkterrein

Wij pleiten voor een flexibel inzetbare overheidsbank met een breed maar afgebakend werkterrein en een strakke focus op het ondervangen van markt- en overheidsfalen. Dat dient stevig te worden verankerd in de governance en professionaliteit van de nieuwe financiële instelling. De minister dient in zijn plan de volgende prioriteiten op te nemen.

Allereerst het werkterrein, daartoe rekenen wij de grote transities: de energie- en klimaattransitie, de transitie van landbouw en natuur, de ontwikkeling van AI en de semiconductorsector, opschaling van de defensie-industrie, en financiering van start-up- en scale-upondernemingen. Laat de nieuwe instelling functioneren als een financiële groep van verschillende units, met coherentie van werkterrein en expertise en een positie, nationaal én internationaal, als gezaghebbende partner voor de Europese Investeringsbank en overheidsbanken in andere Europese landen.

‘Een nationale investeringsbank zal het huidige versnipperde financieringslandschap opschonen’

Naast marktfalen moet deze professionele overheidsbank ook overheidsfalen en - inefficiëntie tegengaan -  door, zoals minister Heinen terecht stelt, de versnippering van het huidige instrumentarium te verminderen. Vaak zijn ministeries en overheidsinstellingen nu nog onnodig complex voor externen.

Voor de grote transities zijn de samenhang en continuïteit die een nationale investeringsbank biedt essentieel. Dat helpt meer investeringen van pensioenfondsen in eigen land te katalyseren. Zij missen nu een professionele overheidsbank, een bank met de expertise en het gezag om grootschalige cofinanciering te structureren.

Groepsstructuur

De nationale investeringsbank krijgt een groepsstructuur waarin activiteiten van bestaande partijen alsmede de nieuw in te richten units hun plaats krijgen. Een bouwsteen vormt de aangekondigde combinatie van Invest-NL en Invest-International. Die combinatie alleen is echter te beperkt. Meer units zijn nodig om een sterke financiële groep te creëren.

Het is van belang dat de groep wordt bestuurd door ervaren bankiers en industriëlen, onder toezicht van een zware raad van commissarissen die de discipline bewaakt met focus op ondervangen van markt- en overheidsfalen. Waar zinvol behouden deelnemende partijen een eigen profiel en governance binnen de groep. Ten behoeve van efficiëntie, effectiviteit, slagvaardigheid en professionaliteit wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van gezamenlijke diensten zoals balansbeheer en kapitaalmarktberoep, en risicomanagement.

De groep moet op afstand komen van de overheid. Dat is essentieel voor de professionaliteit en de gezondheid van deze financiële instelling, en voor het gezag en de berekenbaarheid als partner voor externe partijen in cofinanciering van risicovolle en langlopende projecten.

Balans

Het wordt wat ons betreft niet een normale bank met een bankvergunning maar – net als de Duitse KfW – een bij wet gecreëerde instelling met een op de taak en positionering ervan toegespitst toezicht uitgevoerd door DNB en AFM. De afstand tot de overheid moet verankering krijgen in de governance. Met balans tussen enerzijds de missie in het publiek belang en anderzijds de onafhankelijkheid van een professioneel bestuurde financiële instelling waar de overheid geen stem heeft in bedrijfsbesluiten.

Het kapitaalmarktberoep van de nationale investeringsbank blijft daardoor buiten de EMU-schuld en het EMU-tekort; een kapitaalbijdrage telt mee in de EMU-schuld maar niet in het EMU-tekort. Bij een kapitaalbijdrage van zeg € 10 miljard kan de nieuwe instelling zo’n € 90 miljard vreemd vermogen ophalen uit de kapitaalmarkt en dan in totaal € 100 miljard financieren. Van dat totaal telt niets mee in het EMU-tekort en slechts € 10 miljard in de EMU-schuld – mits de bank op afstand staat van de overheid.

Deze hervorming zal overheidsinefficiëntie verminderen door een versnipperd financieringslandschap op te schonen, te professionaliseren en vervolgens op te schalen. In een tijd van grote en toenemende budgettaire druk, zowel bij het Rijk als bij de andere overheden, is dat naast het ondervangen van marktfalen een uitstekend plan van het ministerie van Financiën. Het is geen ‘wild’ idee: onze buurlanden zijn al lang zo ver.

Deze tekst verscheen donderdag 17 juli ook in het FD online

Sluiten