Afschaffing nationale CO2-heffing voorkomt verlies van bedrijven en weglek CO2

Nieuws
29 september 2025
Milieu

Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt de nationale CO2-heffing (NCH) de facto op nul te stellen. De NCH is ingesteld in 2021 en leidde in 2025 tot enkele tientallen miljoenen euro's aan extra kosten voor de industrie. Deze kosten zouden jaarlijks fors toenemen tot honderden miljoenen in 2030. Door een opeenstapeling van energiekosten en -belastingen betaalt de industrie in Nederland al twee tot drie keer meer dan in onze buurlanden. Nieuwe (duurzame) investeringen in onder andere Nederlandse chemie- en metaalbedrijven nemen fors af en bij diverse locaties is de productie gestopt. FME en andere branches hebben het kabinet daarom eerder al opgeroepen te stoppen met de NCH, omdat die niet leidt tot verduurzaming, maar verlies van bedrijven en verlies van de duurzame investeringen die juist nodig zijn.

De Tweede Kamer heeft in juli een motie aangenomen om de NCH af te schaffen. Met Prinsjesdag bleek dat het kabinet hieraan gehoor heeft gegeven door de emissiefactor aan te passen en tarieven te verlagen tot onder het niveau van het de Europese CO2-heffing. Daarmee heeft NCH de facto voorlopig geen impact. De NCH is echter nog niet compleet afgeschaft omdat Nederland volgens het kabinet anders € 1,2 miljard aan inkomsten van de Europese Commissie zou kunnen mislopen. De bedrijven blijven wel Europese CO2-belasting betalen en worden zo gestimuleerd te verduurzamen.  

Quo Mare onderzoek nationale CO2-heffing

Bureau Quo Mare is voorjaar 2025 gevraagd een analyse te maken van het effect van de nationale CO2-heffing, zoals die er toen nog was. Het onderzoek concludeert dat een hoge NCH de industrie min of meer dwingt productie te verplaatsen naar andere landen. De NCH stimuleert snelle, grootschalige industriële weglek in plaats van daadwerkelijke verduurzaming met nieuwe investeringen in verduurzaming in Nederland. Kortom, de verwachte opbrengsten van de heffing voor de overheid blijven uit, terwijl maatschappelijke baten, milieuwinst en strategische autonomie niet worden bereikt.

Standpunt FME

Het onderzoek van Quo Mare met massale weglek-effecten laat zien hoe belangrijk één gelijk speelveld in Europa is om carbon leakage te voorkomen. Ook het PBL waarschuwde al in 2021 dat bedrijven naast verduurzamen ook zouden kunnen besluiten om hun investeringen en of productie te verschuiven naar landen zonder extra heffing. PBL zei daarbij ook dat aan belangrijke randvoorwaarden voldaan moet worden. Waterstof en groene stroom moeten beschikbaar en betaalbaar zijn voor de industrie om over te schakelen van fossiele naar duurzame energie en zo de CO2-heffing te vermijden. Deze infrastructuur ontbreekt echter en de kosten zijn veel te hoog. De netcongestie neemt zelfs toe en het is hoogst onzeker wanneer nieuwe infrastructuur klaar is. Bedrijven hebben hierdoor geen handelingsperspectief. 

FME vindt het verstandig dat het kabinet de NCH in de ijskast is gezet en pleit voor volledige afschaffing om te voorkomen dat een volgend kabinet de tarieven alsnog verhoogt tot boven het Europese ETS-niveau. Een gelijk speelveld biedt bedrijven investeringszekerheid voor de lange termijn. FME vindt het onverstandig nationale koppen op Europees beleid te plaatsen en roept op dat Nederland haar industrie net zo stevig steunt als onze buurlanden doen. 

FME pleit tenslotte voor een alternatieve oplossing voor de geschrapte Volume Compensatie Regeling (VCR), verlenging van de Indirecte Kosten Compensatieregeling (IKC) tot en met 2030 en het nemen van maatregelen om de nettarieven te verlagen en lagere energiebelastingen voor grootverbruikers. Zo’n pakket is nodig om het gelijke speelveld voor de industrie te herstellen en verduurzaming mogelijk en betaalbaar te maken.

Sluiten