FME verwelkomt nieuwe Innovatiedekking

De Innovatiedekking wordt onderdeel van het instrumentarium van Atradius DSB. Namens de overheid is Atradius DSB uitvoerder van de exportkredietverzekering. De exportkredietverzekering is aanvullend aan de markt en dekt betalingsrisico’s af die het Nederlandse bedrijfsleven loopt bij exporttransacties en buitenlandse investeringen. Jaarlijks maakt de exportkredietverzekering daarmee miljarden aan export mogelijk. De focus van Atradius ligt ook op stimuleren van indirecte export. Zo is er sinds 2022 de Groendekking die indirect groene exporttransacties mogelijk maakt door risico’s af te dekken bij investeringen. De nieuwe Innovatiedekking bouwt voort op deze Groendekking.

Hoe werkt de nieuwe Innovatiedekking?

De Innovatiedekking is te zien als een verzekering op een lening van een kapitaalverstrekker aan een bedrijf voor een investering in één van de 10 sleuteltechnologieën* uit de NTS. Het moet daarbij aannemelijk zijn dat dit in de toekomst gaat leiden tot export. Conform de EU-staatssteunregels dekt de Innovatiedekking maximaal 80% van de lening en behouden banken een risico van ten minste 20%. Atradius beoordeelt projecten op individuele basis en betrekt zo nodig de expertise van het ministerie van Economische Zaken en TNO. De pilot van de Innovatiedekking wordt later dit jaar onderdeel van het productaanbod van Atradius DSB.

* Optica en geïntegreerde fotonica, quantum, groene chemische productieprocessen, biotechnologie gericht op moleculen en cellen, beeldvormingstechnologie, (opto)mechatronica (industriële systemen/machines en apparaten), kunstmatige intelligentie (AI) en data, energiematerialen, halfgeleiders en cybersecurity.    

Innovatiedekking voorziet in behoefte

In een tijd waarin de overheidsinvesteringen in innovatie achterblijven en er diverse bezuinigingen zoals op het Nationaal Groeifonds zijn geslikt door het bedrijfsleven, is de Innovatiedekking een hoopvol signaal van de overheid voor innovatieve bedrijven om op te schalen. Juist bij bedrijven actief in de ontwikkeling van sleuteltechnologieën – met name start-ups, scale-ups en opschalend innovatief mkb – is er namelijk een grote financieringsbehoefte. Tegelijkertijd is er een grote terughoudendheid bij banken om de ontwikkeling van sleuteltechnologieën te financieren. Ook is durfkapitaal minder geschikt voor bedrijven die actief zijn in de ontwikkeling van sleuteltechnologieën vanwege hun kapitaalintensieve karakter. Export is bovendien aannemelijk omdat dergelijke bedrijven per definitie vaak exportgeoriënteerd zijn door de kleine thuismarkt en de nichemarkt waarin ze opereren. Ten slotte ontbreekt het nu aan overheidsinstrumentarium in de opschalingsfase.

Naast deze Innovatiedekking vindt FME wel dat er meer nodig is voor een stevige uitvoering van de NTS. Zo is er een grote behoefte aan stimulering van bottom-up innovatiesamenwerking en voor strategische cofinanciering uit Europese fondsen zoals IPCEI’s, gericht op de NTS en strategische sectoren.

Beter verbinding tussen industrie- en exportbeleid cruciaal

FME is van mening dat effectief industriebeleid voeren niet mogelijk is als de exportkredietverzekering niet toepasbaar is voor export die voortkomt uit de sectoren waarbij de overheid actief industriebeleid voert. Dat geldt des te meer nu industrie- en exportbeleid wereldwijd steeds meer met elkaar verweven raken en landen de exportkredietverzekering steeds vaker inzetten voor strategische belangen. Daarom is het goed dat er met deze Innovatiedekking meer verbinding komt tussen het industrie- en exportbeleid. In aanvulling op de Innovatiedekking vindt FME dat het ministerie van Financiën ook moet onderzoeken hoe de exportkredietverzekering beter toepasbaar kan worden voor bedrijven uit de defensie-industrie en dual-use bedrijven.