Onderhandelingsresultaat cao Metalektro 2026: Stabiliteit in roerige tijden
Werkgevers en vakbonden in de Metalektrosector hebben vandaag na een intensieve periode van onderhandelen een onderhandelingsresultaat bereikt dat rust én richting biedt in een tijd van grote (politieke) onzekerheid en waarin de technologische industrie zwaar onder druk staat. Zo hebben we te maken met hoge energie- en loonkosten, netcongestie en zitten we gevangen in de stikstofproblemen. Het aantal orders neemt af en bedrijven verplaatsen delen van hun productie naar het buitenland. Kortom: ondernemers in de technologische industrie zitten klem. We staan op een kantelpunt. Vandaar dat we hebben besloten een cao voor een jaar af te sluiten, waarin we kiezen voor stabiliteit, voorspelbaarheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Samen verantwoordelijkheid nemen voor de sector
De technologische industrie staat onder zware druk. Nederlandse bedrijven – met name het mkb en arbeidsintensieve productiebedrijven – krijgen te maken met:
- Fors gestegen loonkosten;
- Blijvend ongelijke concurrentie met omringende landen;
- Zorgwekkende productiviteitsontwikkeling;
- Hoge energiekosten (kosten in Nederland zijn meer dan 50% hoger dan in Duitsland, België en Frankrijk);
- Netcongestie;
- Veel benodigde vergunningen en overregulering.
Daarbovenop zien we activiteiten langzaam wegvloeien naar het buitenland. Toch zijn cao-partijen er samen uitgekomen, vanuit de overtuiging dat samenwerking en realisme nú nodig zijn om de industrie en werkgelegenheid in Nederland overeind te houden.
Theo Henrar, voorzitter FME:
“We hebben elkaar in deze onderhandelingen niet vastgezet, maar vastgehouden. We hebben juist gekeken naar wat ons verbindt, in plaats van wat ons onderscheidt. Wat ons verbindt is veel groter, dan waar wij in verschillen. Onze inzet: het veiligstellen van de industrie in Nederland én het beschermen van de banen van mensen die hier in onze sector willen blijven werken. Nu is het zaak dat de politiek haar deel van de verantwoordelijkheid neemt. Laat dit onderhandelingsresultaat bijdragen aan een steviger industrie- en investeringsbeleid. De tijd van wegkijken en op je handen zitten is al lang voorbij, er moet nu gehandeld worden!”
Belangrijkste afspraken in het onderhandelingsresultaat:
- Loon:
- Structurele loonsverhoging van 2% per 1 januari 2026
- Structurele loonsverhoging van € 43,- per maand per 1 januari 2026
- Een eenmalige uitkering van € 100,- netto in november 2026 - Looptijd: De nieuwe cao’s (Basis, HP, A+O en RVU) gelden vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2026.
- Fondsen-cao: Cao-partijen spreken af per 1 januari 2027 een aparte fondsen-cao in te richten, met duidelijke afspraken over besteding en rapportage.
- Duurzame inzetbaarheid: Projecten - zoals financieel fit, loopbaancoaches en opleidingsvouchers - worden voortgezet. Er komt aanvullend onderzoek naar ziekteverzuim in de sector.
- Regeling Vervroegd Uittreden (RVU): De regeling wordt verlengd, verruimd en gekoppeld aan een inzetagenda voor duurzame inzetbaarheid.
- HP-cao: Het huidige systeem van de inkomensgrens in de HP-cao wordt door werkgevers als zeer knellend ervaren. Een cao-werkgroep gaat vanaf begin 2026 oplossingen verkennen en voorstellen voorbereiden voor een structurele wijziging van de cao.
- Strategische Agenda: Partijen spreken uit dat de strategische agenda leidend blijft voor het sociaal overleg en het cao-beleid in de sector.
Eén sector, één geluid
De kracht van dit onderhandelingsresultaat zit niet alleen in de afspraken, maar vooral in de samenwerking, waar de Strategische Agenda 2022-2027 de basis voor is. Waar verschillen waren, is gezocht naar gezamenlijke oplossingen. En dat werpt zijn vruchten af.
Theo Henrar, voorzitter FME:
“In deze turbulente economische tijden is het gelukt om tijdig tot een resultaat te komen. Bonden en FME hebben veel geïnvesteerd in een Strategische Agenda, waarin we beiden willen dat de industrie en werkgelegenheid in Nederland behouden blijft. Dat is geen vanzelfsprekendheid. Het toont aan dat we elkaar in de sector serieus nemen en dat er wederzijds respect is. Tegelijkertijd moet dit onderhandelingsresultaat ook een wake-up call zijn voor politiek Den Haag: de internationale positie van de Nederlandse technologische industrie staat op het spel. We kunnen niet langer wachten met beleid dat onze bedrijven lucht en ruimte geeft om te blijven investeren.”
Vervolg: klaar voor de volgende stap
De uitdagingen zijn zo groot dat we meteen na dit onderhandelingsresultaat weer aan tafel gaan om te spreken over toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden voor de sector. Dan moet het verder gaan over toekomstgerichte afspraken: over concurrentiekracht, innovatie, productiviteit én werkzekerheid.
Samen houden we de technologische industrie sterk, wendbaar en waardevol – voor Nederland en voor de medewerkers en collega’s die er werken.