REACH

Chemisch

De Europese REACH-regels zijn erop gericht om het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen terug te dringen en mens en milieu te beschermen. Dit gebeurt door Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën (REACH). Deze regels kunnen grote impact hebben op FME-bedrijven en het is voor FME een belangrijk dossier.

Vrijwel alle bedrijven hebben direct of indirect te maken met chemische stoffen. Soms in het productieproces (bijvoorbeeld oppervlaktebehandeling van metaal) en soms als onderdeel van een product (denk aan een brandvertrager in elektronica). Bedrijven moeten voldoen aan wettelijke eisen, werknemers beschermen en hun klant een veilig product leveren.

Wat willen we bereiken?

Zonder registratie van chemische stoffen is er geen toegang tot de Europese markt. Daarnaast gelden er restricties voor gevaarlijke chemische stoffen en moet voor sommige gevaarlijke chemische stoffen een vergunning (=autorisatie) worden afgegeven door de Europese Commissie om de stof te mogen blijven gebruiken.
FME vraagt aandacht en maatregelen voor de volgende punten:

  1. De industrie moet in staat zijn om producten te blijven produceren met behulp van chemicaliën onder gelijke concurrentievoorwaarden als niet-EU-landen. Daarom heeft FME een voorkeur voor een REACH restrictie in plaats van autorisatie als instrument om chemische stoffen te reguleren. De restrictie stelt namelijk eisen en  gelijke voorwaarden aan chemische stoffen & mengsels en hun toepassing in producten waarbij het niet uitmaakt of deze in Europe gemaakt worden om geïmporteerd worden.
  2. Het huidige autorisatiebeleid van de Europese Commissie voor een vergunning voor het gebruik van chemische stoffen betekent een complexe, kostbare en langdurige procedure voor de aanvrager. De klant van de aanvrager kan nl. besluiten het product van buiten Europa te importeren. Hierdoor ontstaat het risico dat Europa deze werkzaamheden verliest aan landen buiten de EU. De kans is daarmee reëel dat Europa niet alleen haar arbo- en milieuproblemen maar ook haar welvaart exporteert. FME zegt hierover: vervang gevaarlijke stoffen waar dat kan, maar de Europese Commissie moet z.s.m. autorisatie verlenen als er geen alternatieve stof is! Als duidelijk is dat een alternatieve stof niet snel toepasbaar is, pleit FME voor autorisatietermijnen van 7 of 12 jaar.
  3. De verplichting voor bedrijven om op basis van artikel 33.1 REACH informatie te geven over chemische stoffen in producten aan klanten: is praktisch onuitvoerbaar, levert onbetrouwbare gegevens op en betekent een onevenredig grote administratieve last voor het bedrijfsleven. Dit komt omdat zodra een product een component bevat dat in Europa geïmporteerd wordt, de niet EU leverancier zich niet hoeft te houden aan deze Europese verplichting. Het fysiek testen en controleren is onmogelijk en onbetaalbaar.  Art 33.1 leidt daarom niet tot een aantoonbare verbetering voor het veilig gebruiken van producten of verbetering van het milieu. FME stelt daarom voor art 33.1 te schrappen. Indien dat niet mogelijk is moet de concentratiegrens van 0,1% gelden op product- in plaats van componentenniveau.
  4. Nieuwe wetgeving m.b.t. chemische stoffen moet altijd de EU-beginselen voor betere regelgeving volgen en gebaseerd zijn op een effectbeoordeling. Hiermee wordt voorkomen dat onuitvoerbare wetgeving wordt gepubliceerd zoals de ECHA SCIP-database over zeer zorgwekkende stoffen in producten die 5 januari 2021 in werking treedt. Zie ook het standpunt m.b.t. SCIP Database.   
  5. Beleidsvorming en beslissingen m.b.t. chemicaliën moet gebaseerd zijn op de mogelijke risico’s van die stof voor mens en milieu en niet op de intrinsieke gevaarlijke eigenschappen van de stof.
  6. Als een chemische stof wordt toegevoegd aan de zogeheten Kandidatenlijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) (Engels SVHC), dan heeft de industrie voldoende tijd nodig producten en fabricageprocessen aan te passen.

Onze kennis over zeer zorgwekkende stoffen neemt elke dag toe. Maak daarom onderscheid in ZZS stoffen waarvan de keuzes om deze wel of niet en onder welke voorwaarden te gebruiken soms al lang geleden gemaakt zijn (zogeheten legacy-substances zoals: DDT, PFAS, cadmium in kunststoffen, enz.) en ZZS stoffen waarvoor dit soort keuzes nu gemaakt moet worden. Ondersteun het bedrijfsleven met kennis en middelen om ZZS stoffen te substitueren door stoffen met een lager of zelfs geen effect op mens en milieu.