Aanjager van toekomstig verdienvermogen is innovatie

Standpunt

Digitalisering

Innovatiemonitor ASML

Om de 3%-norm voor onderzoek en ontwikkeling te halen, is structurele financiering onmisbaar. Die doelstelling – ooit ambitie, nu een noodzakelijke ondergrens – bepaalt of Nederland nog meedoet in de mondiale technologische wedloop. Maar waar landen als Duitsland (3,1%) en België (3,5%) volop investeren, blijft Nederland steken op 2,3% van het BBP.

De technologische industrie is goed voor 38% van alle private R&D-uitgaven in Nederland en staat klaar om te investeren in innovatieve oplossingen voor zorg, energie, defensie en duurzaamheid. Maar zij heeft daarvoor wél de overheid als partner nodig: een combinatie van stabiel beleid, keuzes en gerichte investeringen is nodig om samen 3% te halen. In een tijd van schaarste aan talent, ruimte en netcapaciteit kan het kabinet zich niet veroorloven om te blijven dralen. Het innovatievermogen van Nederland hangt af van keuzes en uitvoering.

Er is dringend behoefte aan krachtige, gerichte financieringsinstrumenten. Nu het Nationaal Groeifonds is weggevallen, ontbreken publieke investeringen die als hefboom kunnen dienen voor private middelen. Daarom pleit FME voor een samenhangend investeringspakket, met een centrale rol voor een Nationale Investeringsbank die versnippering tegengaat en innovatie structureel ondersteunt, en een nieuwe, proactieve houding ten aanzien van Europese financiering van innovatie- en industriebeleid. Zonder dit soort financiering blijft de 3%-norm buiten bereik – met alle gevolgen van dien voor onze economische groei, strategische autonomie en internationale concurrentiekracht.

 

Onze prioriteiten

Richt een sterk ministerie van Economische Zaken en Industrie op met slagkracht

Effectief industriebeleid vraagt om slagkracht en samenhang. Maar in Nederland zijn kernthema’s als energiekosten, netcongestie, clean tech, circulaire economie en buitenlandse economische betrekkingen versnipperd over meerdere ministeries. Daardoor ontbreekt regie, worden investeringsbeslissingen vertraagd en gaan kansen voor strategisch beleid verloren.
FME pleit voor de vorming van een krachtig ministerie van Economie en Industrie, waarin de dossiers Klimaat en Groene Groei, Circulaire Economie en Buitenlands Economisch Beleid worden samengebracht. Alleen zo ontstaat één stevig economisch aanspreekpunt, met voldoende mandaat en budget om te sturen op strategische groei, innovatie en internationaal verdienvermogen. Dit versterkt ook de positie van het ministerie van Economische Zaken als volwaardige counterpart van Financiën bij de verdeling van publieke middelen en Europese cofinanciering.

Voer het 3% Actieplan uit met investeringen en strategische keuzes

De afgelopen jaren zijn er tal van beleidsplannen opgesteld voor strategisch innovatie- en industriebeleid, maar het ontbreekt aan krachtige uitvoering. Die uitvoering vereist substantiële publieke investeringen, die op hun beurt een veelvoud aan private investeringen moeten uitlokken. Het 3% Actieplan verdient daarom absolute prioriteit van een nieuw kabinet, als fundament onder een ambitieus en toekomstgericht industriebeleid. Om uitvoering te geven aan het 3% Actieplan zijn strategische programma’s nodig in groeimarkten als medische technologie, energietechnologie, machinebouw, semicon en defensie. Zonder gerichte uitvoering én substantiële investeringen blijft het 3% Actieplan een papieren exercitie.

Bied stabiliteit en aantrekkingskracht via fiscaal innovatiebeleid

Behoud de WBSO als hoeksteen van het Nederlands innovatiebeleid en laat de grens tussen de eerste en tweede schijf van de WBSO structureel meestijgen met de inflatie. Verbeter daarnaast de uitvoering, met aandacht voor de samenhang tussen digitale en hardware-innovatie, en verminder de administratieve lasten. Behoud verder de Innovatiebox als aanjager van investeringen in innovatieve ecosystemen. Draai de versobering van de 30%-regeling terug en behoud de kennismigrantenregeling. Nederland leidt momenteel onvoldoende technici op; zowel binnenlandse aanwas als het aantrekken van internationaal talent blijven nodig voor onze innovatiekracht.

Ontwikkel een nationale cofinancieringsstrategie en investeer Europees

Nederland laat kansen liggen in Europese innovatieprogramma’s zoals de IPCEI’s, doordat nationale cofinanciering vaak ontbreekt. Daardoor grijpen bedrijven en kennisinstellingen naast miljarden aan Europese middelen.
FME pleit voor een nationale cofinancieringsstrategie, gericht op sleuteltechnologieën en strategische sectoren, met een bijpassend flexibel instrument. Investeer ook actief in een krachtige opvolger van Horizon Europe, met een verdubbeld budget. Elke euro die Nederland in Horizon steekt, levert nu al minimaal €1,50 op voor onze economie. Zonder gezamenlijke Europese investeringen belanden de middelen niet bij de beste voorstellen, maar bij de best gefinancierde landen.

Richt een Nationale Investerings- en Innovatiebank op die innovatie aanjaagt, opschaling faciliteert, productiviteitsgroei stimuleert en onze bedrijven helpt maatschappelijke transities te realiseren

Een gezaghebbende Nationale Investeringsbank is nodig om het investeringsklimaat te versterken, versnippering in het financieringslandschap tegen te gaan, en innovatieve bedrijven beter te ondersteunen. Zo zorgen we ervoor dat technologische innovaties van Nederlandse scale-ups niet in handen verdwijnen van de Verenigde Staten of China. Tot het werkterrein van een Nationale Investeringsbank kunnen behoren: de financiering van de energie- en klimaattransitie; ondersteuning van scale-ups, start-ups en mkb-ondernemingen; de transitie van landbouw en natuur; investeringen in AI en semiconductors; en versterking van de defensie-industrie. Zo’n bank kan privaat kapitaal én Europese middelen mobiliseren en treedt op als serieuze counterpart van de Europese Investeringsbank (EIB). De investeringsbank moet risicovol, gebundeld en gericht investeren in maatschappelijk gewenste projecten die anders niet (snel genoeg) van de grond komen. Deze bank opereert professioneel (geleid door bankiers), op afstand van de politiek en additioneel aan de markt. Daarnaast biedt deze bank de mogelijkheid om grote (langjarige) maatschappelijke transities, indien nodig, buiten de Rijksbegroting om te financieren.

Een Nationale Investeringsbank moet met een staatsgarantie zelfstandig naar de kapitaalmarkt kunnen gaan. Met een kapitaalbijdrage van de overheid kan een dergelijke instelling een veelvoud aan vreemd vermogen aantrekken. Bij een publieke bijdrage van 10 miljard euro kan zij naar verwachting circa 90 miljard euro ophalen op de kapitaalmarkt – goed voor een totale investeringscapaciteit van 100 miljard euro. Van dat totale investeringsvolume telt niets mee in het nationale EMU-tekort en slechts 10 miljard in de EMU-schuld, mits de bank voldoende op afstand van de overheid staat. Dit maakt grootschalig financieren ook binnen een streng begrotingsregime mogelijk. De Duitse Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW) en de Franse Banque Publique d’Investissement (BPI) bestaan al decennialang als nationale investeringsbanken en zijn aantoonbaar succesvol. Nederland moet dit voorbeeld volgen om economisch concurrerend te blijven.
Een Nationale Investeringsbank moet zich naast technologische innovatie, richten op (exportgerichte) groei en werkkapitaal voor kapitaalintensieve projecten, zoals investeringen in automatisering en robotisering. Dit is essentieel voor de broodnodige stijging van de arbeidsproductiviteit en een concurrerende industriële basis in Europa. De toegang tot dit type financiering blijkt in de praktijk vaak lastig, door de risico’s van snel ontwikkelende technologieën en de lange terugverdientijd van investeringen. De defensiesector is daar een goed voorbeeld van: vooral mkb’ers hebben moeite met de voorfinanciering van leveringen, omdat zij als toeleverancier financiering moeten regelen nog vóór het eindproduct aan Defensie is geleverd. Juist hier moet een Nationale Investeringsbank op inspelen. Die moet komen met een brede en aantrekkelijke financieringsmix: van innovatieve scale-ups en het technologische mkb tot grotere, internationaal opererende bedrijven met strategisch belang voor Nederland. Zo benutten we het volledige potentieel van de technologische keten en versterken we onze strategische autonomie.

Digitalisering

Meer binnen dit onderwerp

Innovatieve technologieën spelen een cruciale rol bij het oplossen van de maatschappelijke uitdagingen van de 21e eeuw. Technologie is voortdurend in ontwikkeling: we zitten middenin een transitie naar geavanceerdere technologieën, die steeds breder toepasbaar zijn en steeds meer impact hebben. En die ontwikkeling gaat alsmaar sneller, ook internationaal.

Sluiten